Stroom

De dagen worden weer korter, de temperatuur zakt in en het wordt natter. De zomer is voorbij. Met plezier denk ik terug aan de vakantieperiode. Korte broek en slippers. Verder niks. Geen kleding, maar ook geen werk gerelateerde problemen of dagelijkse beslommeringen. De lastigste vraag is slechts wat er vandaag gegeten gaat worden, en waar.

Spelen met de kinderen, in en om het water. Het zwembad of het riviertje. Liefst het laatste. Een smal stroompje met rotsblokken. Als echte Hollander moet daar natuurlijk een dammetje gebouwd worden. De rivier een klein beetje proberen om te leiden. Lekker sjouwen, met of zonder kinderen erbij maakt eigenlijk niet uit. Superieur gevoel als de dam stand houdt en de rivier een andere weg kiest. Uiteindelijk vind het water toch gewoon zijn eigen weg. Dat hou je niet tegen.


Dat beeld van zo’n stromend riviertje sprong in mijn gedachten toen ik aan de Syrische vluchtelingen dacht. Met 12 miljoen op de vlucht. 12 miljoen. Bijna ons hele land! Dat wordt terecht, maar ook helaas, als groot probleem gezien.

Dan gebeurt er iets onvoorstelbaars en gruwelijks. 

Diverse regeringen besluiten om grenzen te sluiten. Sommigen richten zelfs extra hekken en prikkeldraad op. Daarbij ook nog waterkanonnen inzetten om vluchtelingen tegen te houden is echt het dieptepunt.

Water mag je omleiden en proberen tegen te houden. Vluchtelingen moet je helpen. Al was de stroom tegen te houden, ze hebben hulp nodig. Het zijn geen gelukzoekers of kinderverkrachters. Ze zijn ten einde raad en hebben uit nood huis en haard verlaten. Een hulpbehoevende medemens mag je niet verjagen maar moet je omarmen.