In het ziekenhuis aan de goden overgeleverd

Je bent ziek. Of moet geopereerd worden. Of allebei. Je belandt dus in het ziekenhuis.
Gelukkig. Nu gaat het gebeuren.
Ik ben in goede handen. Klopt, of toch niet?

De paradox van de medische wereld.

Het verplegend personeel, de dames en heren dokteren en specialisten even buitengesloten, heeft een roeping. Verzorgen. Voor het geld doen ze het niet, wel is er een zekere drive en passie.

En dan toch zoveel fouten.


patient: Zuster, ik moet mijn chemo-prik van vier uur nog krijgen.zuster: Oh, ik zal even kijken. Ja, inderdaad. [Vergeten..?]

patient: De bijverschijnselen zijn wel erg heftig hoor (2 dagen lang braken).zuster: Eh, tja, eh, de dosis is ook verkeerd. Sorry. [factor 10!!]

patient: Mijn ontstoken been moet geopereerd (enorm rood gezwollen en pusserig).zuster: Ik zet er een pijl bij, want je weet maar nooit he. [ik zie de chirurg al voor me: Oh kijk hier staat een pijl, dan zal het dit been wel zijn]

De reden van dit soort onhebbelijkheden of blunders is mijns inziens natuurlijk geld.
Alles moet zo efficient en effectief mogelijk dat de grens van het toelaatbare wordt opgezocht. En regelmatig overschreden. Een gesprekje met gemeende interesse duurt al te lang. Dat oplossen is niet eenvoudig. Zwemmen tegen de stroom in. Wel blijven doen natuurlijk!

Wat dan nog meer?

Eigenlijk heel eenvoudig. Zoals overal in het dagelijkse leven. Voor jezelf blijven zorgen en opkomen. Niet wachten tot het wel goed komt (“ik ben toch in goede handen”), maar voor, tijdens -en na het bezoek en de ingreep in het ziekenhuis zelf alles, maar dan ook alles blijven controleren, navragen en dubbel checken (“die is lastig..”) Ja, het is wél míjn lichaam en gezondheid.

Let op. Daarbij moet je wel rekening houden met het basisprincipe van frustratie: ook in het medische circuit gaat het altijd anders dan je vooraf verwachtte.

U bent gewaarschuwd.